Vorige maand werd bekend dat De Nederlandsche Bank de Volksbank een boete wil opleggen voor haar gebrekkige witwaspreventie. Daarmee hebben nu vrijwel alle retailbanken in Nederland een boete gekregen of een schikking getroffen. Boetes zijn eerder regel dan uitzondering en dat roept de vraag op: hoe ver kunnen banken hun kosten in de strijd tegen financiële criminaliteit nog opvoeren?
Het is niet dat de Volksbank niks doet: in eerste helft van dit jaar zijn de operationele kosten met 20 procent gestegen tot 389 miljoen euro [1]. Een groot deel hiervan is bestemd voor witwascontroles en het wegwerken van achterstanden op het gebied van customer due diligence. Deze investering past in een trend. De hele sector is ongebreideld capaciteit aan het opschalen voor het bestrijden van witwassen en het op orde brengen van klantdossiers. McKinsey becijferde onlangs dat de Nederlandse banken hier gezamenlijk zo’n 1,5 miljard euro per jaar in investeren2 en dat lijkt nog een uitermate conservatieve inschatting.
Maar de werkelijke kosten gaan veel verder dan dat. Toen Christian Bornfeld vorig jaar afscheid nam als innovatiedirecteur van ABN Amro (waar hij getipt werd om de hoogste baas te worden) vroeg hij zich in een interview met het FD bijna wanhopig af hoe je jaarlijks én 500 miljoen euro aan witwasbestrijding kan uitgeven én tegelijkertijd ook nog een gezonde bank kan runnen3. Niet, concludeerde hij, en hij besloot over te stappen naar Danske Bank. Een jonge en ambitieuze bestuurder vertrekt liever uit Nederland, dan dat hij nog langer aan dit circus meedoet. Dat moet politiek Den Haag toch te denken geven.
En als al die tijd en geld nou ergens goed voor waren… Maar zelfs dat is niet het geval, bewees Ali Niknam met zijn onlinebank Bunq. In een rechtszaak tegen De Nederlandsche Bank stelde de rechtbank hem met een unieke uitspraak in het gelijk: Bunq mag een meer risicogebaseerde aanpak van witwascontroles toepassen. Met andere woorden, in plaats van het blijvend opschalen van personele capaciteit mag Bunq een deel van de witwaspreventie laten uitvoeren door technologische applicaties die onder meer kunstmatige intelligentie gebruiken.
Het voorbeeld van Bunq bewijst dat banken bepaald niet stilzitten. Zo loopt al jarenlang het initiatief Transactie Monitoring Nederland (TMNL), een samenwerkingsverband tussen vijf banken om kostbare witwascontroles gezamenlijk uit te voeren. Die gezamenlijke aanpak was onderdeel van het ‘Plan van aanpak witwassen’, een voorgestelde wijziging van de Wwft. Maar de behandeling van dit voorstel is door de val van het kabinet op de lange baan geschoven.
Nu het demissionair kabinet een streep heeft gehaald door de gezamenlijke witwasaanpak, blijft het aanmodderen voor de banken. De vraag is echter voor hoe lang. Na de megaschikkingen van de grootbanken richt De Nederlandsche Banken haar pijlen nu actief op de kleinere banken. Met de wetenschap dat een bank, ongeacht haar goede bedoelingen en kostbare operationele inspanningen, de dans met de DNB vrijwel niet kan ontspringen is het de vraag hoe lang we nog op deze manier blijven doorgaan.
We dreigen te eindigen met het slechtste van alle werelden: klanten die klagen over hogere kosten en uitgeklede dienstverlening, aandeelhouders die klagen over lagere winsten, bestuurders die liever ergens anders gaan werken en criminelen die doorgaan met waar ze mee bezig zijn. Compliance mag geen zwart gat zijn dat onbeperkt mensen en middelen opslokt. Dat is het nu wel. Technologie en politieke wil kunnen hier verandering in brengen. De technologie is er. Het wachten is op de politiek.